top of page
  • bslembrouck5

Strips en gerstenat: twee handen op één bierbuik

Bijgewerkt op: 12 feb.


Wil je wat leven in de brouwerij tijdens deze Tournée Minérale? Vergezel mij dan in het denkbeeldige bootje dat drijft op het bierkanaal van Marc Sleen, de tekenaar van Nero. We roeien door het striplandschap en bezoeken enkele bijzondere drankgelegenheden.


Laveloze Lambik


In Beersel bereiken we onze eerste aanlegplaats. We wippen een brasserie binnen, waar een kalende man van middelbare leeftijd ons meteen aanklampt. Hij toont ons trots zijn identiteitskaart en zijn zes resterende haarsprietjes. We vernemen dat een zekere Willy Vandersteen hem naar een streekbier van hier heeft vernoemd. Tot zijn grote frustratie kunnen we zijn edele tronie echter niet bewonderen op de reclameposters van de lambiekbieren aan de wanden van het etablissement.

Ruzie met De Rode Ridder

Een charismatische kerel met halflang blond haar vervoegt ons gezelschap. Met zijn witte cape en rode gewaad lijkt hij uit een ander tijdsvak te komen, al kan het ook aan zijn maliënkolder liggen. De ridder stelt zich voor als Johan. Hij beweert een broer te zijn van Lambik, aangezien ze dezelfde geestelijke vader zouden hebben.

Om de familiehereniging te vieren bestelt Johan een Excalibur, een Galaxa en twee Vedelaars. Zijn collega-stripheld verslikt zich bijna in zijn bier wanneer hij ziet dat er op ieder flesje een afbeelding van De Rode Ridder prijkt. Voor Lambik is dit een figuurlijke dolk in de rug. Hij wil Johan een pak rammel geven en vraagt onze steun. We slaan evenwel op de vlucht. We voelen er weinig voor om te vechten tegen de bierkaai.

Kwakkelend café

We varen verder en meren vervolgens aan in Zonnedorp. Op aanraden van een jongen met een praatgrage papegaai betreden we In De Straffe Pint. Vanwege de fraai getekende gevel verwachten we een gezellig volkscafé. Schijn bedriegt: binnenin staan twee onverzorgde mannen met een spraakgebrek achter de toog van een lege zaak.

De ene heet Kwak, maar het gelijknamige bier serveert hij niet. De andere vertelt ons dat ze zelfs in het geheel geen alcoholische dranken schenken. Boemelen mogen we dus vergeten. Als ze hun keet voor het faillissement willen behoeden, zullen Kwak en Boemel toch uit een ander vaatje moeten tappen.

Tournee in Tollembeek

Ontgoocheld bollen we het af. Tot overmaat van ramp blijkt het aanpalende Café De Zatte Prins gesloten te zijn. Een verstrooide doch behulpzame professor merkt al gauw onze ontreddering op. Hij wil ons met zijn vliegende bol naar een leuke bar brengen. We gaan gretig op het voorstel in en via een omleiding langs Zanzibar landen we uiteindelijk in Tollembeek.

Op weg naar het café vergapen we ons aan Manneken Pils. Het omstreden standbeeld is een toeristische attractie met internationale allure. Nadat we onze grootste dorst hebben gelaafd aan de fontein trekken we naar een taverne. We vallen er met onze neus in de schuimkraag: de vader van Urbanus trakteert er juist alle stamgasten op een Cesar Tripel.

De misleiding van Matsuoka


Professor Gobelijn voert ons terug naar de steiger waar we ons bootje hadden achtergelaten. We zetten koers naar Gent. Een kroeg aan de Kraanlei is onze laatste tussenstop.

Eenmaal ter plaatse worden we echter bevangen door acute keuzestress. Gelukkig hakt een Japanse krijger de knoop voor ons door. De oosterling bestelt twee flesjes Matsuoka bier. Vreemd genoeg kiest hij zelf voor plat water.

Nero's noodkreet


Net wanneer we onze lippen aan het glas willen zetten, houdt een gezette man met peterselieblaadjes achter de oren ons tegen met een luide schreeuw. Hij doet me denken aan een Romeinse keizer. Hij kan ons overhalen om het bedenkelijke brouwsel van Matsuoka te vervangen door Nero bier.

Een wijsneus aan een tafeltje in de hoek slaat het advies van Nero in de wind en even later waant hij zich detective Van Zwam. In vergelijking met hem is mijn toestand van milde dronkenschap slechts klein bier.


Bart in Brugge


Buiten blijkt onze boot te zijn toegevoegd aan de vloot van Abraham Tuizentfloot. Ditmaal helpt kapitein Jan Haring ons uit de nood. Aan boord van De Plank maken we kennis met de andere opvarenden. Tijdens het gesprek met de koningin van Onderland in het benedenruim duikt er een blond meisje met een rood haarstrikje op. Ze heet Mieke of zo. Vermoedelijk begin ik een dubbel zicht te krijgen, want plots zie ik haar in twee exemplaren.

Op vraag van ene Jef Nys blazen we met zijn allen wat tekstballonnen op om de conversaties gaande te houden. Voor we het goed en wel beseffen hebben we Brugge bereikt, onze eindbestemming. Dit avontuur smaakt naar meer, dus we begeven ons linea recta naar Bart om een voorraadje strips en bier in te slaan.

107 weergaven1 opmerking
bottom of page